Het magische schemeren
- Henriette van der Wielen
- 6 jun
- 3 minuten om te lezen

Ik hou van het schemeruur op mooie lange zomeravonden. Eerst de betoverende kleuren van de zonsondergang - het fluorescerende oranje, roze , paars van de hemel. Dan het langzame uitdoven van de kleuren en de overgang naar het mooiste diep donkerblauw wat ik me kan voorstellen.
De zon heeft net haar laatste groet gestraald, deze kant van de aarde draait weg van haar, naar de diepe intense duisternis van het heelal. Daar waar geen licht is, alleen het flonkeren van de sterren en het zacht weerspiegelde schijnen van de maan.
Een inademing
Dit schemerduister, waar de nacht nog niet is begonnen en de dag niet meer bestaat is wonderlijk. Het is een magische tussenruimte. Alsof de aarde even haar adem inhoudt, in afwachting van wat komen gaat. Het is de inademing van de zee wanneer ze haar watermassa heeft teruggetrokken en er even een moment van stilte is voordat zij met donderend geraas de volgende kolkende golf naar de kust stuurt.
Hier in die tussenruimte kan ik stil worden en voelen hoe mijn lichaam ook tot rust mag komen. Hoe ik zo terug mag kijken op de dag en mezelf klaar maken voor een kalme nacht.
De drempel
De kleine schemeruren van de dag zijn in weze een metafoor voor grotere tussentijden. Soms ben je in je leven gedurend langere tijd in zo'n periode. Een periode die kan aanvoelen als leeg en vervreemd, alsof je niet meer jezelf bent.
Hier is een woord voor, liminaliteit, dit woord komt van het Latijnse limen, wat drempel betekent. In liminale ruimtes of momenten is alles wat je ervoor was niet meer van toepassing.
Transformatie
Misschien heb je zelf ooit weleens zo'n periode gekend in je leven waarin je een indentiteitsverandering doormaakte. Bijvoorbeeld na het overlijden van iemand die je heel dierbaar was. Je hebt je dan opnieuw te verhouden tot wie je nu bent zonder die persoon waar je zoveel van hebt gehouden. Maar ook bij andere intense persoonlijke gebeurtenissen kun je in een liminale fase terechtkomen. En hoewel dit kan voelen als naar, vormeloos en angstig, het is juist in die tijd van schijnbare leegte dat de magie zijn werk doet.
Net als de rups die een vlinder wordt. In de cocon wordt het rupsenlichaam afgebroken tot er sprake is van een oersoep van cellen. Uit die oersoep wordt de vlinder gevormd. In de cocon is werkelijk sprake van magie.
Dagelijkse rituelen in de tussentijd
Als je er zo naar kijkt dan kun je concluderen dat juist in die periodes waarin je je zelf opnieuw moet uitvinden het zo van belang is om daar de tijd voor te nemen. Tijd om te ontpoppen, tijd om werkelijk te zijn met wat er is en gevoeld moet worden. De dagelijkse overgangsmomenten kunnen daarbij dienen als een ritueel. Het moment tussen nacht en dag. Het ontwaken, waarin je jezelf iets kunt toewensen voor die dag of een kaarsje brandt voor jezelf of een dierbare. En de overgang van de dag weer naar de nacht waarin je tot rust komt, noemt waarvoor je dankbaar bent en je het kaarsje weer uitblaast. Met de hoop op een goede nachtrust.
Transformatie gebeurt niet zomaar van het ene moment op het ander maar als je meegaat met het natuurlijk ritme van de aarde die om de zon draait en om haar eigen as zul je op een goede dag merken dat je daadwerkelijk een andere vorm hebt aangenomen.


Opmerkingen